Frans van der Veen

Frans van der Veen groeide tussen 1960 en 1980 uit van een kleurige expressionist tot een geserreerd abstrahist, kort na 1980 liet hij de figuratie weer in zijn werk toe. De aanvankelijk nog gedempte toon veranderde in de jaren negentig tot directe kleurigheid. Bij alle herkenbaarheid gaat hij locale anekdotiek uit de weg. Zijn motieven vindt hij in de directe omgeving, maar meer nog in zuidelijke landen en landstreken: de Jura, Toscane en Umbriƫ.