Ontroerd door het geheimzinnige van het alledaagse. Een landschap, een moment, een sfeer, een medepassagier, een vogel, de stilte onttrekken mijn aandacht elke keer opnieuw. Een toeschouwer ben ik, die om zich heen kijkt, de waarheid schept.
De monoloog, opgebouwd uit vragen, vormt een “gesprek” tussen de klei en haar bezieling, tussen de tijd en hen die hem “bezitten”, tussen de mensen onderling. Hoewel een menselijk gezicht en een landschap in relatie staan tot de zichtbare werkelijkheid, veranderlijk, stemminggevoelig, krachtig, kwetsbaar wordt telkens opnieuw de vraag gesteld wat die werkelijkheid is.
Tot hoever is al dat bekende geopenbaard en het toegankelijke toereikend. Het materiaal waaruit een beeld gestalte krijgt is voor mij gelijkwaardig aan de vorm en de inhoud van het werk waarvan het karakter van het materiaal vaak goed zichtbaar blijft.