PERSBERICHT
De kunstenaar als onderzoeker houdt zich bezig met vragen als: is onderzoek in de kunst wel mogelijk? Hoe zou dat eruit zien? Welke methoden zijn geschikt? Wat voor soort kennis levert onderzoek op? Kunst en wetenschap worden vaak gezien als twee verschillende disciplines, elk met hun eigen methoden en doelen. Kunst wordt geassocieerd met creativiteit, expressie en subjectiviteit en wetenschap met logica, objectiviteit en feiten. Maar bij nader onderzoek blijkt dat er een intrigerende synergie bestaat tussen kunst en wetenschap. Het zijn geen gescheiden werelden, maar eerder complementaire domeinen, die elkaar verrijken. De overlapping van creatieve processen, de rol van verbeeldingskracht, de communicatieve aspecten en de wederzijdse inspiratie tonen de waarde van deze synergie tussen kunst en wetenschap.
De praktijk van de beeldend/transformatieve kunstenaar Catherine van Bijnen richt zich op materiële concepten, waarin ze intersecties vormt tussen onderwerpen, zoekt naar nieuwe vormuitwisselingen en focust op de relatie tussen lichaam en materiaal. De interacties met begrippen als de intelligentie van de natuur en zintuigelijke ervaringen staan centraal in haar projecten.
Siemen Dijkstra leerde in zijn academiejaren vondsten tekenen met pen en inkt voor het tijdschrift Archeologische Berichten, waarin de uithoeken van de archeologie werden verkend. Beeldstenen(sculpturen), microlieten(mini-vuistbijltjes van het Kleine Volk?), de aanwezigheid van Homo Erectus boven de poolcirkel, alles getekend en vastgelegd in zeer precieze stippeltekening. Hij ziet zichzelf vooral als beeldend archivaris, niet zozeer als beeldend kunstenaar van de individuele expressie.
Erik van Ommen is een van de weinige kunstenaars, die buiten vogels en dieren schildert en tekent. Een telescoop is daarbij zijn belangrijkste hulpmiddel. Hierdoor kan hij het gedrag van zijn onderwerp zo goed mogelijk bestuderen en schetsen. Veel aquarellen en tekeningen werkt hij ter plaatse uit. Olieverfschilderijen en houtsnede zijn gebaseerd op veldschetsen en ontstaan in zijn atelier.
De taal van het werk van Herman van de Poll is gebaseerd op de mathematische vormen uit de Chaostheorie. Dat is een theorie uit de natuurwetenschap, die de nadruk legt op de rol van de chaos in de werkelijkheid, die veel moeilijker voorspelbaar blijkt te zijn dan werd gedacht. De ideeën van de chaostheorie en de door zijn gekozen methode leiden tot de ontwikkeling van de composities in zijn werk. Naast de techniek acryl/olieverf op linnen gebruikt hij potloodlijnen en afplaktape voor de nauwkeurigheid. De “ontmanteling”, het verwijderen van de tape, is spannend en de verrassing groot.
Het werk van Henk Rusman behoort tot de stroming van de concrete kunst, een geometrisch-abstracte stijl, waarbij de vormgeving zich richt op de puurheid van de geometrie met vaak het gebruik van de basisvormen, zoals vierkant, driehoek en cirkel. Zijn fascinatie voor vormherhalingen, patronen, regels en het creatieve gebied tussen wiskunde en esthetiek is duidelijk zichtbaar in zijn beelden. Ritme, harmonie en ruimtelijke beleving zijn daarbij van groot belang.