

Het openingswoord van de expositie werd uitgesproken door Anneke Verstegen waarna Siemen Dijkstra en Egbert Meijers een lezing gaven.
Egbert Meijers is de schrijver van het boek dat volgend jaar als onderdeel van het project Beek in Beeld zal verschijnen en lichtte in zijn lezing al een tipje van de sluier op:
De Drentsche Aa is een bijzonder fenomeen. Het is een van de laatste vrijstromende beekstelsels in West Europa en alleen al daardoor uniek. Toen ik door de werkgroep gevraagd werd vandaag deze tentoonstelling van een verhaal te voorzien, moest ik aan dát woord denken: vrijstromend. Het is een toepasselijke karakterisering van dit project van het Drents Schilders Genootschap.
Een tiental jaren nu mag ik me ambassadeur noemen van het Nationaal Park Drentsche Aa. Een eervolle titel die ik toebedeeld kreeg door de vorige voorzitter Hendrik Oosterveld. Zo’n titel brengt een bepaalde verwachting met zich mee. Ik ben regelmatig in het stroomdal aanwezig om het te observeren en te genieten van deze bijzondere natuurlijke wereld. En mede vanuit die hoedanigheid is het fijn aan dit project mee te mogen werken.
Vanaf 2019 draagt het gebied de titel Nationaal Park Drentsche Aa. Het is een kwetsbaar landschap, doorsneden met ondergrondse gasleidingen, snelwegen, een spoorlijn en omringd door industrieel agrarische landerijen, uitdijende dorpen en de stad Assen, ook wel Assen aan de Aa genoemd.
Het is ook een zeer waardevol landschap. Ontstaan in de laatste ijstijd -de Weichsel ijstijd-, is het een uniek geo– logisch landschap door de bijzondere flora en fauna, waaruit grote steltlopers als de wulp, grutto, tureluur en scholekster zo goed als verdwenen zijn, maar recentelijk bevers, otters, rode wouw, kraanvogel, oehoe en wolven voorkomen. Een landschap vol natuurlijke dynamiek. Het is nog even wachten op het wild zwijn, eland, oeros en de wolharige mammoet.
Dit is ook een landschap dat zijn eigen taal kent, in de vorm van Drentstalige veldnamen; als Zaogkoelakkers, Aolstalbat, Pismuskaamp en Zwienbossengat. Die veldnamen zijn een belangrijk cultuurhistorisch erfgoed, dat vanwege zijn liefde voor het landschap en historie, door boswachter Hindrik Lanjouw uit Anloo -gelukkig voor ons- werd vastgelegd en bewaard. Het is in die zin zoals dr. Hans Elerie en professor Theo Spek het noemden, ook een mentaal en onzichtbaar landschap, dat achter elk fysiek landschap zweeft, bestaande uit namen, verhalen en culturele betekenissen, dat door een individu beleefd wordt en dat eigen betekenissen, waardeoordelen en gevoelens kent.
Aan het huidige bestaan als Nationaal Park ging een langdurig proces vooraf. En dat het beekdallandschap überhaupt bestaat, is mede te danken aan de betrokkenheid en de zorg -en dat is opmerkelijk- van een kunstenaar. ‘Stroomdal van de Drentsche Aa gezien vanaf de Kymmelsberg te Schipborg, 1946/1954’ zo luidt de volledige titel van het werk waar Evert Musch 10 jaar lang aan werkte. Het schilderij toont het Drentsche Aa landschap in al zijn glorie. 70 jaar geleden was het werk klaar. Maar in de jaren tussen 1946 en 1954 schilderde Musch het eerst als een zomer-, daarna als een herfst-, vervolgens een winter- en tenslotte als een lentelandschap. Dat proces maakt het tot een bijzonder schilderij: alle jaargetijden zijn erin aanwezig, verborgen onder een voorjaars façade. In dat werk van Evert Musch vinden we het bewijs dat een kunstenaar in staat is te verbeelden wat je in ambtelijke- of bestuurstaal nauwelijks of niet kunt vatten, namelijk de emotionele waarde en betekenis van dit landschap. Kunst is mede daarom onmisbaar.

Momenteel zitten we middenin een proces met een selecte groep beeldend kunstenaars, die ieder voor zich, maar toch samen, op pad zijn naar hetzelfde doel: de voorgenomen publicatie en tentoonstelling Beek in Beeld. Erik van Ommen benaderde mij om als auteur mee te werken. Erik en ik kenden elkaar al persoonlijk door een eerder samenwerkingsproject, waarin we onze geliefde boerenzwaluw, de merel en de putter in beeld en taal portretteerden. Maar nu werd ik gevraagd als auteur met de kunstenaars mee te werken aan dit project. Dat is een bijzondere en bevoorrechte positie. Omdat ik zowel in het atelier alsook in het hoofd en het hart van de kunstenaar mag kijken. Dat levert bijzondere inkijkjes op kan ik u verzekeren. En ze verschillen nogal van elkaar: qua stijl en techniek natuurlijk, maar ook qua verhouding tot het landschap en hun eigen persoonlijkheden.
Maar één aspect viel me direct op: het schilderen in dit landschap maakt iets los bij de kunstenaar. Ik heb hun gedachten en gevoelens, meningen en opvattingen in een taal mogen tekenen. Voor zover ze die met mij wilden delen natuurlijk. Mijn ervaringen zijn in dat opzicht erg positief. Het zijn aardige en toegewijde mensen en eigenlijk niet anders dan ik verwachtte.
Hun gedachten en gevoelens, meningen, boosheid, twijfel en opvattingen, schilderen ook een taalportret van henzelf en van het landschap dat ze voor dit project verbeelden. Ik ga u een aantal woorden voorlezen uit de gesprekken die ik had, zonder daarbij de naam van de individuele kunstenaar te noemen. Het zijn woorden die samen de verf en structuur zijn van wat er straks in het boek Beek in Beeld gedrukt staat en die woord voor woord betekenis en gevoelswaarde uitstralen. Wanneer ik die woorden op deze manier opnoem, buiten de context van het verhaal dat de kunstenaar mij vertelde, wordt het misschien nog duidelijker hoe ze het landschap ervaren. Hier komen ze:
betrokkenheid, liefde, zorg, voelen, luisteren, ruiken, kijken, kwetsbaar, bewaken, stil, oer, fascinerend, geheimzinnig, vertrouwd, religie, beweging, inspiratiebron, thuisgevoel, balans, essentie, bezield, mytisch, spanning, schoonheid, ontroering, verbinding, tranen.
Het zijn mooie zachte menselijke tinten en structuren, vind u niet? Maar er zijn ook andere woorden die ik optekende met betrekking tot hun beleving van het landschap en vooral waarmee het belaagd wordt: schande, verkracht, pijn, verwoest, misbruik, uitbuiting, gerationaliseerd, stikstof, verdroging, egoïsme, confronterend, eentonig, leeg, doods, alarmbelletje.
Beeldende kunstenaars, maar ook schrijvers en tekstdichters, verbeelden in hun eigen discipline welke betekenis het landschap heeft. Dat doen ze al sinds oeroude tijden. Het is de emotionele beleving die aanzet tot daden. En omgekeerd geldt dat evenzeer. Het is de menselijke verbeeldingskracht. Die verbeeldingskracht van de kunstenaar is niet alleen maar iets aanvullends op het dagelijkse leven.

Die verbeeldingskracht staat op zichzelf, ze is nodig en ze is onmisbaar. Vooral nu in ons land in het openbaar bestuur ten opzichte van de natuur een sfeer dreigt te groeien van vergaande kille economische rationaliteit, kortzichtig eigenbelang en snel scoren-beleid. De natuur en de Drentsche Aa is echter van niemand, behalve van ons allemaal. Wij allemaal dragen zorg voor een zorgvuldig beheerd Drentsche Aa-landschap en alles dat er op leeft. Volgens landschapsarchitect en landschapshistoricus Henk van Blerck -en ik citeer hem graagis de Drentsche Aa het grootste kunstwerk van Nederland. Het is ons aller kostbaar bezit. Ze stroomt hier al duizenden jaren en ze zal hier blijven stromen, ook als er geen mensen meer zijn.

Eerder had ik het over emoties en gebeurtenissen die groter, complexer of ongrijpbaarder zijn dan onze ratio in taal kan vatten: onze pijn, boosheid of verdriet kunnen we met kunst laten zien. En kunst bewijst daarmee ook dat we daarin niet alleen zijn. De kunstenaar is de persoon die vanuit zijn eigen optiek ons de waarde, de betekenis, de emotie van dit landschap en datgene wat erop leeft kan laten ervaren. Kunst vergroot ons historisch besef. Kunst geeft het leven betekenis. Kunst is als een spiegel van onze samenleving.
En tenslotte is kunst ook gewoon expressie. Het moet net als de Drentsche Aa vrij zijn om te stromen. Want niet alles kunnen we met logica begrijpen of in taal en beleid uitleggen. Denk bijvoorbeeld aan het beeld De verwoeste stad van Zadkine, het schilderij Guernica van Picasso, De Drentsche Aa bij Schipborg van Evert Musch of Vincent van Gogh, die in Drentse landschappen zijn paradijs vond. De kunstenaars die meewerken aan het project Beek in Beeld, met hun belangrijke en bijzondere werk voor de Drentsche Aa, staan in deze traditie.


mede mogelijk gemaakt door het Jenny Vrieling Fonds